Het is 1970, en we zien een speler, Hein Vrasdonk, die bij een straattheateroptreden van Bewth tijdens het congres ‘Society in Conflict’ in een ‘tour eiffel’ (zie het Mime-handboek) tegen het Palais de Justice in Brussel leunt. Hij keert zich naar én hij wendt zich af van dit reusachtige gebouw. Met enige fantasie kun je zeggen dat hij luistert naar het gebouw. En dat luisteren naar gebouwen is het kernpunt geworden in de werkwijze van Bewth. Zo gold, zonder al te veel overdrijving, dat de beweging van de spelers en alle andere theatrale middelen slechts dienden om de architectuur zichtbaar te maken. Maar aan de luisterende Hein Vrasdonk is een belangrijke periode van vijf jaar voorafgegaan, waarin de oprichters van Bewth, Frits Vogels en Arnold Hamelberg, een nieuwe vorm van theater uitvonden en tot bloei brachten en daarmee de fundamenten legden waarop hun opvolgers met nieuwe inzichten konden voortbouwen. De geschiedenis van de artistieke ontwikkeling van bewegingstheater Bewth laat zich indelen in vier perioden. Het spreekt vanzelf dat de kenmerken van alle perioden soms vloeiend door elkaar lopen en deels terugkeren.

(deze tekst is een samenvatting uit: BEWTH VOLTOOID samengesteld door Carol Schade en Ben Zwaal, met een tekstbijdrage van Klaske Bruinsma, en in 2005 verschenen bij uitgeverij THOTH te Bussum)
contact / links