Uit dit elkaar wederkerig beïnvloedend mengelmoes van elementen, voortdurend betrokken op het gebouw, ontstond een potentieel weefsel van gebeurtenissen dat al doende nog tot een voorstelling gecomponeerd moest worden. Zo werd in een proces van minimaal zes weken een productie ontworpen, en daarna zo veel mogelijk gespeeld. En na elke voorstelling uit de soms lange reeksen werd geschaafd aan het resultaat.

Het spreekt vanzelf dat deze omslag naar architectuur-theater niet meteen zijn volle wasdom bereikte. De productie in de Grote of Sint-Jacobskerk van Den Haag in 1974 markeerde de overgang van locatietheater naar architectuurtheater (foto 63).

foto63
Fotografie: Emile Waagenaar
Regie: Willem Hekkema en Ben Zwaal
Een vloer van smetteloos turquoise en framboise vliegerpapier wordt door twee steltlopers betreden; een eerste kras, scheur, winkelhaak – het sein voor drie harkers tot ruimen
photo © 2008 Emile Waagenaar/Bewth


Na consultatie van de groep ontwikkelden Willem Hekkema en Ben Zwaal eerst een ruimtelijke opzet. Pas daarna werden de bewegingsstukken en de objecten ontworpen. De lengteas van de kerk, lopend van west naar oost, werd gebruikt als een rivier waarover de gebeurtenissen heenspoelden. Het publiek zat aan weerszijden op bielzen en tussen hen in stroomde de rivier die naar het oosten uit het oog verdween. Dat alles op een uitzonderlijk brede vloer met in de hoogte wijde tongewelven.

De groep opereerde als een sterk collectief, waarbij iedereen naar vermogen verschillende functies uitoefende. Belangrijke leden van de toenmalige kerngroep waren o.a. Gré Koerse, Carol Schade en Bart Siebrecht als speler en Carlus Koopman als lichtman en technicus in velerlei zin. Willem Hekkema en Ben Zwaal ontpopten zich als compositeurs van de voorstellingsvolgorde.
(deze tekst is een samenvatting uit: BEWTH VOLTOOID samengesteld door Carol Schade en Ben Zwaal, met een tekstbijdrage van Klaske Bruinsma, en in 2005 verschenen bij uitgeverij THOTH te Bussum)
contact / links